Hoofdstuk 5 Werken en wonderen
Even terug : de koninklijke boodschap heeft 3 sleutels:
Woorden : vanuit bewogenheid zoeken we mensen op en spreken we met hen over de Koning
Werken : werken van liefde , bewogenheid en barmhartigheid. Om niet hebben we ontvangen, om niet moeten we geven. Gratis.
Wonderen : midden tussen de opdracht te verkondigen en te geven, staat een rijtje bijzondere bevelen : wonderen. We hebben het dan over bovennatuurlijke manifestaties van goddelijke heerschappij, die vooral zichtbaar wordt in mensen. De discipelen, en later ook 72 anderen krijgen de opdracht om te genezen, te bevrijden en doden op te wekken.
Werken : een van de belangrijkste woorden in het evangelie is het woord Geef. God gaf Zijn enige Zoon. Omdat God geeft, ontstaat leven. Het begint bij God, Die geeft. Juist in een wereld waarin het gaat om krijgen, is geven het tegengif. We kunnen het Koninkrijk binnengaan, omdat Jezus Zijn leven gaf. Onverdiende gunsten.
Jezus daagt ons uit om te geven zoals aan ons gegeven is , zomaar zonder winstoogmerk, uitdelen van je overvloed.
Jezus gebruikt voor dit principe de verhalen van Matteus 20 ( de wijngaard) en de barmhartige samaritaan. Bij dat verhaal gebruikt Jezus toegewijde mensen, die God willen dienen. Het gebod om elkaar lief te hebben vergeten ze. En Jezus gebruikt dit verhaal om te laten zien, hoe God het wil hebben. De bewogenheid van de samaritaan is het voorbeeld.
Het kostte deze man veel om de Jood te helpen. Tijd, geld, zelfs zijn leven, aandacht. En bewogenheid. Vaak hebben wij het zo druk met het werk van de Heer dat we geen tijd meer hebben om naar een eenzame buurvrouw toe te gaan.
Als we gaan geven op de manier van de samaritaan, brengen we het Koninkrijk dichterbij. Door onze werken scheppen we ruimte voor de heilige Geest om te gaan stromen. Olie en wijn. Ontsmetting van wonden en verlichting van pijn. Dat brengt heling en herstel.
Aan wie gaf Jezus Zijn tijd? Naast zijn discipelen was Hij er vooral voor de mensen die het moeilijk hadden. Hij at met zondaars, kinderen mochten bij Hem komen, voor zieken onderbrak Hij zijn reis. Melaatsen raakte Hij aan. Zondaars veroordeelde Hij niet, Hij gooide geen enkele steen en zei nooit : eigen schuld. Hij wilde deel uitmaken van hun leven om zo nieuw leven uit te delen. Tussen de wrakken en ruïnes kan Gods heerschappij doorbreken. Daar ontstaat wat nieuws. Als je op die plekken uit gaat delen, is een goddelijke doorbraak heel dichtbij.
In matteus 25: 31- 46 is Jezus heel fel als het gaat om de werken van het Koninkrijk. We zullen bij het eindoordeel in 2 groepen gescheiden worden : de schapen en de bokken. Best heftig dus. Jezus zegt : wat je voor de zwakke of zieke medemens doet, dat doe je voor Mij. Dat is de kern van het verhaal. Een extra mijl met iemand lopen, de andere wang toekeren. Dat zijn kenmerken van een veranderd hart. Kenmerken van een vertegenwoordiger van het Koninkrijk.We mogen eindeloos weggeven, we hebben zoveel gekregen. Het gaat om onvoorwaardelijk liefhebben, belangeloos weg willen geven. De manier waarop Jezus ons uitdaagt, is confronterend. Wie durft verder te kijken dan onze eigen kerkmuren? Wie huilt om de armen, de weduwen en wezen? We hebben zoveel liefde ontvangen, daarvan kunnen we toch gemakkelijk uitdelen? Stel geen voorwaarden, verwacht niets terug en probeer er geen winst uit te halen. Investeer en geef.
In het Koninkrijk van God gaat het niet om applaus van mensen of een indrukwekkend podium. En het gaat al helemaal niet om succes.
Voor God , de Vader is alleen dit reine zuivere godsdienst : weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven zegt Jakobus. Zo openbaart het Koninkrijk zich. Door werken van liefde.
Gelukkig de treurenden, want zij zullen worden getroost. Jezus zegt het in Zijn troonrede. Huil, want de Trooster is gekomen. Leef volgens de principes van dat andere Koninkrijk. Maak jezelf vrij van de patronen van de gebroken wereld en wees niet zelfzuchtig. Leef zoals Jezus ons liet zien. Ga de strijd aan met wapens van nederigheid en dienstbaarheid.
Midden in alle ellende van deze wereld wil God een scheppend wonder verrichten en Zijn liefde uitdelen. Want Hij is van begin tot einde de Schepper.
Soms lijkt alles zo stuk en verwoest maar als je goed kijkt, zie je overal het Koninkrijk van God. Daar waar mensen hongeren en dorsten naar gerechtigheid, zie je goedheid en schoonheid. Tussen het schreeuwerige neonlicht schijn een ander licht. En dat licht wordt langzaamaan steeds sterker. Een goddelijk licht, wat steeds sterker wordt.
Gelukkig de barmhartigen, want zijn zullen barmhartigheid ondervinden. Dat is de sleutel. Weggeven en uitdelen. Ingaan tegen de wet : de sterkste overwint, door je vijanden lief te hebben en goed te doen voor mensen die je haten.
Het is niet moeilijk om aardig te zijn tegen iemand die aardig is. En geld uit te lenen aan iemand waarvan je weet dat je het terug krijgt. In het Koninkrijk gelden andere wetten en is er sprake van een tegengestelde houding. Dan geef je zonder er iets voor terug te verwachten. Kun jij jezelf ook onvoorwaardelijk geven om mensen te redden?
Stel jezelf eens de vraag :wat zouden je buren missen als jij er niet meer was? Of als de Ark zou verhuizen, wat zouden de mensen in de buurt missen? Ef. 2 : 10
De uitdaging is duidelijk, de opdracht concreet. Je hebt zoveel ontvangen, en God vraagt je om daarvan uit te delen.
Iedere daad van liefde is een nederlaag voor de vijand. Iedere beker water en elke warme deken is een slag in het gezicht van de mensenmoordenaar.
Zoals God de wereld liefhad, zo moeten wij ook het beste van onszelf geven. Zo functioneert het Koninkrijk en door middel van werken zal het doorbreken op aarde.
Wonderen
De sleutel waar het meest een discussie over wordt gevoerd. Het leidt regelmatig tot spanningen, terwijl Jezus hier nooit moeilijk over deed. Nooit bemerk je bij Hem enige terughoudendheid over dit onderwerp. Het enige wat Hem frustreerde was dat Zijn leerlingen niet zelf aan de slag gingen.
Jezus stuurt ze op pad met een volmacht om te genezen en te bevrijden, zonder dat ze zelf iets mee mogen nemen. Alleen de kracht die Jezus ze net gegeven heeft. Geen extra bagage alleen het zojuist ontvangen mandaat. Want de kracht van de heilige Geest is de kracht van de Koning en behoort tot de basisuitrusting van de vertegenwoordigers van het Koninkrijk van God.
In Marcus 16 beschrijft Jezus welke kenmerken zo’n vertegenwoordiger zou moeten hebben. Hij noemt er 5. Marcus 16: 15-18
Wonderen horen daar dus bij. Want het Koninkrijk bestaat niet in woorden maar in kracht ( 1 Kor. 4 : 20)
Het gaat niet om holle rituelen, inhoudsloze uitspraken zonder impact of het herhalen van leerstellingen. Het Koninkrijk werkt concreet iets uit, het wordt zichtbaar en brengt nieuwe orde. Je kunt het aanwijzen, het wordt tastbaar.
De bijbel is geen theologieboek, maar een geloofsboek.
Het is een boek vol verhalen over geloofshelden. Het is bedoeld om ons daar door te bemoedigen. En het grootste voorbeeld daarin is Jezus Zelf, ook in ons vertrouwen op Gods bovennatuurlijke kracht.
Er zijn mensen bang voor wonderen en ze vinden het extreem, dat je er naar verlangt om het zelf mee te maken. Sommigen schrijven het zelfs toe aan de duivel.
Natuurlijk zijn wonderen indrukwekkend en overweldigend, maar dat is juist omdat ze Gods grootheid laten zien. Het kan zelfs beangstigend en overdonderend zijn. Dat zie je ook regelmatig als Jezus iets doet bij Zijn leerlingen ( bedenk maar de storm op het meer, de wonderbaarlijke visvangst, en als Hij aan de discipelen verschijnt na Zijn opstanding. Ze bibberen van angst)
Zo werkt God vaak. Toen Hij alles schiep zei Hij : daar zij licht, en Hij draaide niet rustig aan de dimmer. Er was plotseling een explosie van licht. Zo kan een wonder ook zijn. Het zijn wegwijzers die wijzen naar God Zelf en ze dragen Zijn overweldigende scheppingskracht in zich.
Als je de wonderen uit het leven van Jezus zou halen, dan moet je bijna iedere bladzijde uit de evangeliën scheuren. Er blijft dan geen bladzijde over. En hetzelfde geldt voor Handelingen
Het is een aaneenschakeling van goddelijke ingrepen, openbaringen, engelen, visioenen en genezingen waardoor het Koninkrijk zichtbaar wordt. En daar mogen we nu ook naar verlangen. Je mag als Koninklijke onderdaan verlangend uitzien naar de krachtige werking van Gods Geest in je leven.
Hier mogen we om vragen, en verwachten.
We zien hier eigenlijk veel te weinig van, maar dat komt misschien ook wel omdat we minder zijn gaan verwachten.
We blijven zitten met vragen, waarom geneest God dan niet altijd? Waarom de ene mens wel en de andere niet?
Is het een kwestie van rustig wachten op het soevereine ingrijpen van God, of is de opdracht “genees de zieken’ een taak die God in handen van mensen heeft gelegd?
Er is hierin een belangrijke sleutel: verwachting.
Te midden van de spanning en de teleurstelling is het goed om ons uit te dagen om God te verwachten.
De Heer wacht op mensen die Hem verwachten. Die rekenen op Zijn kracht.
Denk maar aan de bloedvloeiende vrouw, uit Mat. 9
Daar kunnen van leren: verwacht zoals zij verwacht.
Het mooie is, dat na haar genezing het nieuws rondgaat. In Mat 14 : 35-36 zijn er mensen die er naar verlangen de kleren van Jezus aan te raken.
Het is niet makkelijk. Het vergt moed om door grenzen heen te breken. Om te geloven, ook al zie je niet. En te verwachten tegen alles in.
God wacht tot wij ons durven laten vallen, in vertrouwen dat Hij ons opvangt. Dat Zijn kracht enorm is. Zolang wij ons niet durven te laten vallen zal Hij Zijn overweldigende kracht niet laten zien. Durven we het avontuur aan te gaan, ondanks allerlei beperkingen, de mening van je omgeving, je eigen ervaringen.
Je zou zelfs kunnen denken: dan probeer ik het maar niet meer, om te bidden voor genezing, want dan loop ik ook niet het risico dat het niet gebeurt.
Toch is het mijn verlangen om te lopen in de voetstappen van Mijn Meester, ondanks alle strijd en teleurstelling. Al lijden we verlies of loopt een avontuur niet goed af, ik probeer toch mijn ogen op Hem gericht te houden.
In Mat 14 lezen we dat Petrus uit de boot stapt.
Hij vraagt aan Jezus : Mag het? Zeg dat het mag.
Natuurlijk zegt Jezus : Kom. Hij wil niets liever dan dat mensen Hem navolgen. (Lezen Joh 14 : 12)
Wat een avontuur( en nat pak) had Petrus, terwijl de rest droog in het bootje blijft. Jezus nodigt ons ook uit.
Maar teleurstelling en spanning heeft er bij veel kinderen van God toe geleid, dat ze kiezen voor veiligheid. Niet meer bidden voor wonderen, of we geloven dat God het nog wel een keer zal doen ( tenzij je dat zelf van God hebt gehoord) Maar Jezus dacht niet zo en Hij gaf die denkwijze ook niet aan zijn leerlingen mee. Hij zei simpelweg : genees de zieken. En dat is nog steeds de opdracht. De toon van de uitzending was toen en nu : Ga en verkondig het Koninkrijk, demonstreer de kracht van de Koning.
Vergeet ook niet dat het een gevecht is. We bevinden ons midden op het strijdtoneel, op vijandelijk gebied. We brengen een totaal andere wereldorde binnen in het rijk van de duivel. Dat gaat niet zonder slag of stoot.
Onze Meester duwt ons het strijdtoneel op, terwijl wij liever in de veiligheid blijven. En Hij geeft ons de middelen om Zijn heerschappij op een explosieve manier te openbaren. Met vallen en opstaan. ( lezen Mat 11:12)
Het kost ons moeite en de strijd is hevig, maar de Vredevorst zal regeren en Zijn heerschappij zal onbeperkt zijn.
In de Koninklijke opdracht worden we door Jezus uitgedaagd en uitgezonden om het Koninkrijk van kracht te brengen. De zalving van de heilige Geest stelt ons in staat om krachtig op te treden tegen ziekte, gebondenheid en dood. De Meester is in ons midden en Zijn kracht in ons.
Wat een opdracht: het Koninkrijk proclameren in deze duistere wereld.
Wat een vreemd idee om dat door mensen heen te doen.
Dat kunnen wij toch niet?
De kern van het plan van God ligt in persoonlijke overgave en een dienstbare houding. Gegrepen door onze Koning en Zijn boodschap worden we revolutionaire mensen. Het gaat daarbij niet om succes of meetbare resultaten. De Heer gaf Zichzelf helemaal aan ons en daarom willen wij Hem, zonder reserve volgen.